Sisophon, zondag 29 november 2009

Samen met Hartger & Irene gaan we naar de Killing Fields van Choeung Ek. Het is één van de 380 killing fields van Cambodja. DRIEHONDERTACHTIG! Deze plek is nu in handen van Japanners (!) wat voor veel Khmers een afschuwelijk idee is. Wat ze er voor terug hebben gekregen, is dat de weg er naar toe geasfalteerd is. Dat betekent dat er meer mensen makkelijker een bezoek kunnen brengen. Wat ik zelf vooral absurd vind, is dat er op het dijkje rondom het kamp bankjes staan met reclame, bijvoorbeeld voor bier. Dat gaat niet samen. Niet op zo’n plek waar 17000 mannen, vrouwen, kinderen en babies op afgruwelijke wijze zijn vermoord. Choeung Ek was niets anders dan een vernietigingskamp. De vrachtwagens kwamen binnenrijden, mensen werden uitgeladen en meestal meteen, of een dag later vermoord. De meesten zijn met een hamer, hakmes, sikkel of ander object doodgeslagen. En op het terrein staat een boom die werd gebruikt om kinderen tegen aan te slaan. De lijken werden in kuilen gegooid en overgoten met chemische materialen zodat eventueel nog levende mensen alsnog zouden sterven. Van de mensen die daar hun dood hebben gevonden, zijn van 8985 de overblijfselen opgegraven. Deze liggen nu, ter nagedachtenis, in een hoge stupa (tempel) opgestapeld. Indrukwekkend mooi en naar tegelijk.

Een bezoek aan een kamp als Choeung Ek hakt er in. De gevangenis Tuol Sleng was al erg maar dit…..Of dit bezoek er aan ten grondslag ligt, of dat het er sowieso aan zit te komen, weet ik niet maar een paar uur later lig ik op bed, na een flinke kotsbui en met diarree (gelukkig niet de variant waarbij je steeds moet rennen). Vervelend en meer ook niet.

Met dit gegeven worden kaarten bekeken, routes bedacht en uiteindelijk besluiten we om een busje af te huren voor 4 personen, 3 fietsen en een lading fietstassen. We gaan naar Battambang en beginnen vanaf daar te fietsen. Dat geeft mij nog de mogelijkheid om de ontwikkelingen in mijn buik in de gaten te houden.

Met de auto zijn we in plaats van ongeveer 4 dagen zo’n 4 uur onderweg. Het is een vrij comfortabele rit want in plaats van in een volgepropte bus is dit wel luxe, zo’n hele bus voor onszelf. Zelfs de fietsen staan er comfortabel bij.

Battambang is een slaperig stadje. Kneuterig en relaxed. De meeste levendigheid is vaak rond de markt. In het buitenland altijd een kleur- en geurrijke onderneming. Ook in Battambang zien we de Franse koloniale gebouwen. Flink vervallen en aangetast door het weer maar wel bewoond. Oud en nieuw laat zich mooi combineren; onder de oude Franse balkonnetjes zijn moderne kledingzaken en veel, heel veel winkels voor mobiele telefoons en telefoonkaarten. In eerste instantie lijkt Battambang heel klein te zijn maar bij het er uitrijden vanochtend, blijkt er nog een behoorlijk stuk aan vast te zitten. Er is niet veel te doen behalve een beetje rondlopen, wat eten en wat drinken. Dat doen we dan ook.

Wat opvalt, is dat het ook weer heel erg heet is. Zou het komen omdat we in het westen van het land zijn. Zulke hete dagen hadden we aan deze kant van het land al eerder. Geen ideaal fietsweer. Geen ideaal weer om überhaupt iets te doen. We rusten op het heetste moment van de dag in onze aircokamers. Pas aan het einde van de dag gaan we de straat weer op. Zelfs dan doet een loopje van het hotel naar een restaurant het zweet rijkelijk vloeien. Mmmm.

Het is heet dus staan we vroeg op. Baguetjes (en een donut voor Ellu) halen we bij de bakker en met de in Phnom Penh nieuw verworven lekkernijen zoals kaas en smeerkaas ontbijten op het voetsttuk van een monument. Een heerlijk ontbijt.

Dan beginnen Hartger & Irene te fietsen en slaan Ellu & ik nog even wat grote flessen water in. We mogen dan wel met elkaar aan het fietsen zijn maar dat betekent niet dat we alles met elkaar hoeven te doen. De afspraak is dat we fietsen in ieders eigen tempo, dat we stoppen waar we willen stoppen zonder dat de ander ook hoeft te stoppen en dat we elkaar treffen wanneer we elkaar treffen. We weten immers het doel en we hebben een mobiele telefoon met Cambodjaanse simkaart! Heel erg handig.

Qua omgeving is het fietsen niet heel spannend. Het is een vrij druk bevolkt gebied dus we rijden vooral dorpje in en dorpje uit, afgewisseld door rijstvelden. Er wordt in deze streek veel rijst verbouwd. Dat is niet alleen aan de rijstvelden te zien maar ook aan de vele ¨rijstfabrieken¨ en de enorme hoeveelheden rijst die langs de kant van de weg worden gedroogd. Het fietsen gaat erg lekker ondanks dat het al snel op de dag heet wordt. Jammergenoeg heb ik onderweg wel last van mijn buik en dat kunnen we met fietsen niet hebben. Maar als je nodig moet dan doe je het op elke wc!

Naast ons hotel zit een groot restaurant. De geur van het eten is er goed dus fris en wel zitten we er om 12 uur aan tafel. Het is een typisch Cambodjaans restaurant. Bij zo’n restaurant moet je een (grote hoge) open ruimte voorstellen, met tl-verlichting en, als het even kan, de tv aan. Er staan tafels en stoelen op tegelvloeren en ook de wanden zijn betegeld. Als het je smaak is, zou je het ook in je badkamer kunnen hebben. Aan deze ruimte vast zit een (golfplaten) afdak waardoor er het idee ontstaat van een binnen- en buitenruimte. Ze zien er natuurlijk niet allemaal precies zo uit maar het geeft een algemeen idee. De welvaart van de eigenaar is ook medebepalend voor hoe het er uitziet. Minder geld betekent dat steen vervangen wordt door hout, zware houten meubels door plastic stoelen en gammele ijzeren tafeltjes en tegels door aarden grond. Bij de schonere restaurants staat er netjes een prullenbakje bij de tafel maar of het uitmaakt, weet ik niet want de servetjes liggen gewoon verspreid op de grond.

Na het eten gaan Ellu en ik even de straat op maar het is te heet buiten de schaduw. Ook nu is het meest verstandige om het sightseeën te bewaren voor later. Aan het einde van de middag verkennen we de boel maar helaas komt dit avontuur voor mij rap ten einde. In snelle pas moet ik naar het hotel. Ik haal het net op tijd. Niet goed. Vandaag waren het maar 70 eenvoudige kilometers met een beetje rondlopen maar morgen is het andere koek. Dan staat er een dag van 114 te wachten over slecht wegdek met weinig voorzieningen onderweg. Ben benieuwd.

Siem Reap, dinsdag 1 december 2009

De dag in Sisophon eindigt met twijfels over de route maar nog vervelender met Ellu in bed met migraine. Ellu’s migraine bevestigt voor ons dat de noordelijke loop geen optie is. We zien er geen reden toe om bijna 200 kilometer extra te fietsen over slechte wegen in de bloedhitte. De tempel die we dan extra zouden zien, maakt het voor ons niet de moeite waard. Ook zonder diarree en migraine zouden we daar eigenlijk niet voor kiezen. Waarom zouden we het onszelf moeilijk maken terwijl er een hele hoop mooie tempels te wachten staan in Siem Reap? We vinden het prima dat Hartger & Irene het wel willen doen. Immers voor hun zit de fietsvakantie er bijna op: na Siem Reap zijn er nog maar een paar fietsdagen te gaan, maar wij kiezen voor de rechtstreekse geasfalteerde route. Het is natuurlijk wel stukken ongezelliger maar goed we zien elkaar weer snel in Siem Reap.

We verwachten zelf ook nog een zware dag omdat we in onze reisgids hebben gelezen dat de weg naar Siem Reap vol gaten is maar we kunnen ons geluk niet op wanneer blijkt dat de weg vers is met vluchtstrook. Na 40 kilometer durven we er wel op te hopen dat de verse weg blijft tot Siem Reap.

De eerste 50 kilometer (met een zéér welkome schone wc na 30 kilometer) fietsen we rap weg over het verse asfalt. Ook al fietsen we nu op een hoofdweg die indruk schept het helemaal niet. We worden nog steeds meer ingehaald door brommertjes met of zonder aanhangwagen dan door zwaarder verkeer. Ook passeren we regelmatig ossenkarren, of lopen mensen met hun koeien langs de weg. Ook een eendenhoeder steekt rustig de weg over met zijn ladingen eenden. Het is een komisch gezicht omdat zo’n flitsende weg niet lijkt samen te gaan met het leven er op of er omheen.

Bij een drinkstop langs de kant van de weg zetten we Lien Masjien tegen een boom, doen onze lungis om en bestellen een colaatje. Oma met gerimpeld gezicht (ik zweer dat ze meer rimpels heeft dan mijn moeder van bijna 86) en één tand maant ons om te gaan zitten terwijl ze lekker tegen ons aan het lullen is in het Khmer. Ze lijkt vooral geïnteresseerd in Ellu. Die wordt ondanks dat een lungi haar blote benen afdekt, flink in haar knieën en kuiten geknepen. En maar lullen, en Ellu in het Nederlands terug. Wanneer we weer op de fiets stappen, worden we door de hele familie uitgezwaaid.

Op het moment dat Ellu tegen me zegt: ¨je zal wel honger hebben?¨ slaat de honger toe en wil ik ook acuut de zon uit. Ineens merk ik hoe heet het al weer is en dat er wat energie in de moter moet. Omdat de enige schaduwrijke plekjes bij mensen onder het afdak zijn, besluiten we om ons baguetjes daar maar op te eten. We kopen vanzelfsprekend wel wat te drinken, anders voelen we ons zo bezwaard. Maar we worden niet vreemd aan- of weggekeken dus rustig laden we ons zelf weer wat op. Zonder dat we het in de gaten hebben, zijn we toch weer wat verhit verraakt. Even uit de zon doet ons beiden wel heel erg goed.

Wanneer we Siem Reap binnenrijden, kijken we onze ogen uit: links en rechts staan enorme flitsende hotels. Zet er een nep Eiffeltoren voor en gooi wat casino’s in de mix en je waant je in Las Vegas. Ongelooflijk en er wordt ook nog eens veel gebouwd. Als Cambodjaan die graag wat meer wil verdienen, lijkt Siem Reap de plek om te zijn. Het was in de jaren 20 van de vorige eeuw reeds een toeristenbestemming. De Khmer Rouge periode heeft dat tijdelijk tot stilstand gebracht maar nu lijken de mogelijkheden hier tot hoog aan de hemel te reiken. En geef ze eens ongelijk want na vandaag kan ik uit ervaring zeggen dat het Angkor Wat complex enorm bijzonder is.

De volgende dag zitten we om half 8 op Lien Masjien richting Angkor Wat. Ook langs de weg erheen wordt volop gebouwd. Op een gegeven moment wanneer we op het terrein zijn, doet het ons zelfs denken aan de entree van de Grand Canyon. Niet gek omdat de mate van organisatie bijzonder groot is en we nu ook naar één van de grootste fenomenen ter wereld rijden. Met zo’n fenomeen in je land moet een bepaalde mate van organisatie wel volgen want anders kan het alleen maar één grote chaos worden. Zo vragen Ellu & ik ons bijvoorbeeld af hoe lang het nog toegestaan is dat mensen op de tempels klimmen. Je zou toch bijna denken dat dat ooit verboden gaat worden? We zullen het wellicht niet meer meemaken.

Ook nu weer is het magisch om in dit complex te rijden met onze eigen fiets, Lien Masjien. Ik weet niet wat het precies is maar vrijheid, onafhankelijkheid en genieten zijn kernwoorden. En, wat Ellu zegt het idee dat je daar met zo’n oranje glimmende nieuwe machine door oudheid rijdt. Want oud is het. Het heeft zich vanaf het jaar 800 na Christus onder verschillende koningen over meerdere honderden jaren ontwikkeld. We zijn nog vroeg genoeg om het goede licht (en de koelte) mee te pakken. We fietsen Angkor Wat voorbij omdat we die pas later en waarschijnlijk met zonsopgang voor het eerst willen zien. Het kost wat zelfbeheersing en we stelen wel een blik maar doorfietsen is echt geen straf want er valt nog veel meer te zien.

De entree van Angkor Thom is een poort met daarop buddha koppen die naar de verschillende windhoeken uitkijken (het schijnen niet allemaal buddhakoppen te zijn maar dat is wel hoe het er voor mij uitziet). Je wordt naar die poort toegeleid door een gallerij van statige buddhakoppen, bijna als een uitnodiging om richting de poort te gaan, en dan rij je ineens zomaar die poort onderdoor.

Angkor Thom is een groot complex met verschillende tempels en gebouwen. Eén van de meest tot de verbeeldingsprekende tempels (en naast Angkor Wat het beeld dat iedereen kent)  is de Bayon. De enorm grote hoeveelheid uitgebeitelde buddhakoppen kijken je van alle kanten indringend aan. Zo brengen we de tijd tot 11 uur door met fietsen en tempels kijken. Dan is het weer tijd om terug te gaan. De heetste tijd van de dag brengen we door in de lounge ruimte van Blue Pumpkin met heerlijke broodjes en smaakvolle shakes. Ook laten we ons heerlijk masseren in een zeer hip massagecentrum. Zo fiets je de ene dag tussen de koeien door en liggen we de andere dag voor 18 dollar (een enorm bedrag voor Cambodjanen) op de massagetafel.

Ondertussen hebben Hartger & Irene gebeld. Ze gaan op weg naar Siem Reap. We besluiten om ze te verwelkomen met cola (light) en lekkere baksels van de Blue Pumpkin. Dat zal er vast en zeker ingaan.

‘s Avonds eten we Indiaas en kletsen we bij. Voor onze doen, gaan we laat slapen.

Siem Reap, vrijdag 4 december 2009

Solidair met Hartger & Irene nemen we een rustdag. Zo’n dag van niets doen, komt goed uit omdat ik dan eindelijk de tijd heb om eindelijk eens de kaarten van Laos en Cambodja op de Edge (een gps voor op de fiets) te zetten. Aan Hartger heb ik gevraagd om de Garmin Edge inclusief Garminkaarten voor Zuid-Oost Azië voor ons aan te schaffen na de leuke ervaring met de gps in mijn Hero (mijn Hero heeft alleen de kaart van Thailand). Helaas blijkt dat Cambodja & Laos op de kaart van Zuid-Oost Azië ontbreken!! Maar mijn naam zou niet Sandra Polderman zijn als het me niet toch zou lukken om kaarten van Laos en Cambodja te vinden. Het vinden was het probleem zeker niet maar het installeren van de kaarten op de gps wel! Vooral door gedoe met computers die door het vele gebruik enigszins vernaggeld zijn. Lang verhaal kort: op de rustdag in Siem Reap is het me gelukt. We beschikken nu over kaarten voor Cambodja & Laos. Ik hoop dat we er net zo’n lol van hebben als van die van Thailand.

Na deze rustdag is het weer tijd voor actie. In de ochtend bezoeken we Ta Prohm. In onze ogen de mooiste en meest tot de verbeeldingsprekende tempel. De tempel ligt omgeven door jungle. Zon en schaduw wisselen elkaar af, wat een mooi effect geeft op deze oude enigszins vervallen en begroeide tempel. De jungle heeft namelijk ook goed zijn best gedaan in de tempel zelf. Wortels van bomen lijken op enorme grijpgrage klauwen die een toren of een muur met gemak omvatten en stevig in hun greep houden. Regelmatig staan we verbaasd te kijken naar hoe een enorm grote boom rust op een deel van een muur. Een wankel evenwicht: je zou er bijna niet te lang blijven staan omdat het lijkt alsof het elk moment kan instorten. Iets dat zeker ook wel eens gebeurd zal zijn want op vele plekken zijn kleine torens ingestort, of liggen groen bemoste grote stenen over elkaar heen.

In Ta Prohm hebben we het enorm naar ons zin. In Ta Prohm branden we bij een beeldje een wierookstokje voor Jits. Wij zijn hier, nu, en altijd tijdens een reis was Jits daar, thuis, maar deze keer niet. Wanneer iemand waarvan je houdt overlijdt, is er voor alles een eerste keer erna. De eerste keer dat we geen afscheidfeest geven, de eerste keer dat Jits ons niet uitzwaait op Schiphol en dus ook de eerste keer dat we op reis zijn en dat ik geen brieven schrijf naar Jits en straks dat Jits niet staat te wachten op ons wanneer we thuiskomen. Het wierookstokje voor Jits maakt dat ze er toch nog even bij is.

We bekijken nog wat andere tempels en besluiten dan om weer terug te gaan naar Siem Reap. Maar we zijn nog lang niet uitgekeken. We hebben Angkor Wat nog niet eens van dichtbij gezien. In de middag stappen we weer op de fiets om dan eindelijk, samen met Hartger & Irene het pronkstuk van het hele complex te bekijken. En een pronkstuk is het! Wat imponeert is de wijdsheid en enormiteit van de tempel en de wijdsheid van het terrein waarop de tempel staat. Je kunt er, zeg maar, niet omheen. In de tempel zelf staan muren vol gebeiteld met verhalen. Omdat dit van oorsprong een hindutempel is, loop je meters en meters langs een muur die de Mahabarata verbeeldt. En dat is allemaal door mensenhanden gemaakt, vele honderden jaren geleden.

Siem Reap, zaterdag 5 december 2009

Op vrijdag fietsen we met zijn 4-en naar Banteay Srei, een tempel die op ongeveer 35 kilometer van Siem Reap ligt. Wanneer de kilometerteller 15 kilometer aangeeft, verlaten we het terrein waar de meeste tempels van Angkor liggen. Zo groot is dit tempelcomplex. Een rondje er om heen en dan kom je op zo’n 38 kilometer uit. Een tripje op en neer naar Banteay Srei en je bent 70 kilometer verder.

Bij een stop tussendoor geven Hartger & Irene aan dat ze eigenlijk wel heel moe zijn. Moeheid die heel voorstelbaar is na de uitputtingslag van de noordelijke loop. Moeheid die ook niet snel weg zal gaan met een zogenaamd uitstapje als deze. Want hoe je het ook wendt of keert; 70 kilometer in warm weer fietsen is niet niets. Na overleg komen we uit op een extra dag in Siem Reap. Een prima idee want na Siem Reap komt het neer op een paar dagen functioneel fietsen tot aan Phnom Penh voor Hartger & Irene, en tot aan Kompong Cham voor ons. En, Ellu en ik hebben de tijd en vakantie! We vermaken ons prima in Siem Reap.

Ook Banteay Srei is een mooie tempel. Door de route er naar toe, een redelijk rustige en schaduwrijke weg door kleine dorpen, is de aankomst bij de tempel bijna surreëel: het ziet er supernetjes en georganiseerd uit. En het is er best druk. Dat betekent dus ook dat al die mensen ons gepasseerd moeten hebben…….Ik heb ze niet gezien. Druk of niet de Banteay Srei tempel is een mooie kleine vriendelijke tempel gemaakt van roze zandsteen met veel details en mooie doorkijkjes. De 70 kilometer fietsen zeker waard.

Op de terugweg fietsen Ellu & ik door richting lunch in Siem Riep en gaan Hartger & Irene nog een een andere tempel bekijken. We fietsen lekker stevig door en kunnen 15 kilometer lang achter een brommer blijven hangen, die een lekker vaartje heeft. We zijn voor het eerst aan het cruisen. Alsof je door het landschap glijdt met om je heen de in elkaar overvloeiende geluiden van mensen die hellogoodbyehello roepen. Lekker genieten is dat…

Na de lunch in het dorp vinden we eindelijk een Internetcafé met computers die goed en redelijk snel werken. Leuk hoor, al die moderne techniek maar het brengt tegelijkertijd ook weer gedoe met zich mee. Onze nieuwe fotocamera met weer meer pixels dan de vorige maakt foto’s die bijna 3 x groter zijn en dat betekent dus ook dat uploaden veel meer tijd in beslag neemt. Daar heb ik even niet aan gedacht dus de backup van de foto’s online moet ik uit mijn hoofd zetten. Nou ja, of ik moet dagen en dagen in een internetcafé gaan zitten. Mijn USB-stick met meeneembare computersoftware had na gebruik op een computer meteen een virus te pakken. De foto’s die daar op stonden als backup waren verdwenen. Gelukkig hebben we de foto’s kunnen branden op dvd. Daar houden we het maar bij. Het is de makkelijkste manier om toch nog ergens kopietjes van onze foto’s te hebben.

Kampong Cham, woensdag 9 december 2009

De dag na het bezoek aan Banteay Srei gaan we de laatste tempels bekijken. De zogenaamde Roulous tempels liggen op ongeveer 15 kilometer van Siem Reap. Van 2 Nederlandse fietsers hebben we de route van Vlieg & Fiets gekregen. Het is een route die vooral over zand-en gravelwegen gaat. Een goede test om te kijken hoe we het met onze nieuwe fiets op zulk soort wegen doen. Na een aantal kilometer op de drukke route 6 die naar Phnom Penh gaat, zijn we blij dat we van de hoofdweg afkunnen, een zandweg op. Door het gebrek aan auto’s is het heel rustig en landelijk. En weer zijn er vele vele kinderen. Eigenlijk overal waar je kijkt zijn kinderen (en honden) in grote getalen aanwezig. We worden blij verrast met een prachtig plaatje: een jongetje van een jaar of 6, nat en donkerbruin glimmend, staat in zijn blootje in het lichtbruine water met een visnet in zijn hand. Twee koters van nog geen 2 spelen om het water heen.

De tempels zijn de moeite waard maar vooral de route is de grote trekker. Hoewel de omgeving niet veel anders is dan wat we zien langs de hoofdwegen lijkt het alsof zonder vrachtwagens, suv’s en gewone auto’s het tempo van het leven een stuk lager ligt. In plaats van de auto’s denderen wij er bij wijze van spreken doorheen.

Op de laatste dag in Siem Reap gaan Ellu & ik al vroeg op pad naar Café de la Paix. De lunch de dag ervoor was een succes met de beste koffie in Cambodja tot nu toe (voor de liefhebbers: Lavazza). Ook heerlijke broodjes zijn er verkrijgbaar maar we gaan echt terug voor de koffie. Met twee koffies verkeerd voor ons neus zitten we heerlijk relaxed in de aircoruimte. Ineens zegt Ellu tegen me dat aangezien mijn verjaardag tijdens onze reis valt we er ook al best wat aan kunnen doen. Ik denk dat ze bedoelt dat we nu alvast één van de overheerlijke taartjes kunnen nuttigen. Maar een taartje blijkt een minilaptop te zijn. Hoewel ik die kleine laptopjes enorme kekke dingetjes vind en ik er ook over heb gedacht toen we nog thuis waren, heb ik toch nog wel twijfels. De belangrijkste dat we dan wel heel erg opvallen. We bespreken ze met elkaar en komen er op uit dat de voordelen groter zijn dan de nadelen (er zijn inmiddels ladingen toeristen die reizen met een laptop). We gaan helemaal enthousiast naar de computerwinkel maar die blijkt, het is zondag, gesloten te zijn. Dus nemen we ook maar weer snel afscheid van het idee. Jammerdebammer.

De dag gaat voorbij in ledigheid. Hartger & Irene komen naar ons toe in Café de la Paix, wij gaan terug naar hotel, zij blijven en nog iets later gaan wij er weer naar toe. Dit keer met onze nieuwe aanwinst: een minilaptop die we hebben gekocht bij een computerwinkel die zo’n beetje bij ons hotel om de hoek zit. Het heeft blijkbaar toch moeten zijn. Die dag lukt het me om zonder problemen met Ellu foto’s uit te zoeken en er in totaal 50 up te loaden naar Flickr. Dat is me nog nergens gelukt in één dag! We sluiten de dag af met een Khmer barbeque en een Rocky Road shake bij de Blue Pumpkin. Morgen stappen we weer op de fiets. We hebben het heerlijk gehad in Siem Reap.

Van Siem Reap fietsen we naar het nietszeggende plaatsje Stoung. Na het redelijk schone Siem Reap is het wel weer even wennen aan de stoffigheid en vooral viezigheid. Voor een bezoek aan de markt heb je toch echt wel een sterke maag nodig want vlees ligt uitgestald en wordt gesneden op oude houten tafels (zouden de vleesresten van gisteren er afgewassen zijn?), de vliegen lijken in de meerderheid te zijn, groenteafval ligt overal verspreid en uit een gehaktmolen (die er ook niet al te schoon uitziet) komt een goedje dat ik niet graag op mijn bord zou willen hebben. Het lijkt gemalen octopus te zijn. Gelukkig is ons hotel redelijk comfortabel. Twee woorden waarvan de betekenis zeker afhankelijk is van degene die ze uitspreekt. Ellu & ik verstaan eronder dat het fris aandoet en dat het schoon lijkt. En dat je je kunt wassen zonder dat je bang hoeft te zijn dat je met je lijf tegen een slijmerige muur of iets dergelijks aankomt. Ik herinner me nog een zekere wasruimte in een hotel in India (van ons grote fietsavontuur van 2 dagen aldaar) waar de lagen vet en viezigheid in een dikke plak op de muren zaten. De lagen waren zo dik dat ik niet eens in de wasruimte paste (of was het andersom?).

Kratie, vrijdag 11 december 2009

Voor ontbijt eten we baguetjes met koe (la vache qui rit) en kaas. Zolang het verkrijgbaar is althans en zolang onze voorraad strekt. We genieten er steeds weer van. Brood in de ochtend daar doen we het wel op. Voor een uurtje ofzo want daarna zijn de witte Franse stokbroodjes weer uit ons systeem. Het volgende ontbijtitem is dan meestal gebakken banaan. Ook deze halen we vers gebakken op de markt. Het was in het begin een beetje zoeken maar nu weten we ons eten toch wel aardig te vinden. Uitzonderingen daar gelaten. Goed eten, is behoorlijk belangrijk want met fietsen verbranden we bergen met energie. Vooral de laatste dagen zijn het dagen van 100 kilometer of meer. We hebben het namelijk een beetje zo gepland dat we op redelijke plekken kunnen overnachten en van elkaar afscheid kunnen nemen in Skun, zonder dat we daar hoeven te overnachten. Redelijk comfortabele accomodatie is er naar grote waarschijnlijkheid namelijk niet! Het kan dan alleen maar minder zijn. Dus als we dat kunnen voorkomen………

En zo komen we terecht in een homestay. Dat klinkt alsof we bij een Cambodjaanse familie slapen maar dat is niet het geval. Het is de letterlijke betekenis van het woord: we verblijven in een typisch Khmer huis (min of meer). Dat wil zeggen: een houten hut met schuin rieten dak op hoge palen met aan 3 kanten gevlochten rieten matten als muren. Verder is het open. Oja, er komt ook nog een boom door de hut heen. Dat is dan wel niet typisch Khmer maar wel heel erg leuk. Omdat het gericht is op toeristen in alle soorten en maten (schoolkinderen uit Singapore waren er voor ons nog geweest) hangt er in het hutje een muggennet over 2 matrassen op de grond. Ook is er een fan die draait op een accu zodat de fan de hele nacht aan kan blijven want de electriciteit gaat op een gegeven moment uit. Het hutje is schoon en dus niet een tweede Andoang Tuek!

We liggen redelijk vroeg in bed want buiten zitten bij het restaurant is geen optie vanwege de vele insecten. Ze gebruiken hier veel spaarlampen want electriciteit is hier uitzonderlijk duur. Bijkomend effect is dat het enorm veel insecten aantrekt. Dure elektriciteit betekent ook dat veel mensen het niet hebben of maar beperkt gebruiken. En dat betekent weer dat wanneer je één van de weinige lichtbronnen bent in de wijde omgeving de insecten op die lampen afkomen. Lampen waar wij bij in de buurt zitten! Voortdurend heb je dan insecten die op je springen. Overal! Het grappige is dan weer wel dat de dames in het gezelschap daar hinder van ondervinden terwijl de heer heerlijk rustig aan tafel zit 🙂

We hebben een aardig eindje gefietst met pech onderweg (onze achterband is nu al versleten) en klussen na aankomst dus erg is het niet om vroeg in bed te liggen. En het is daadwerkelijk enorm leuk, vooral wanneer de generator stop en het pikkedonker en redelijk stil is, om in zo’n hutje te liggen onder een muggennet. Het jammere is alleen dat we geen van vieren goed slapen. De matrassen zijn heel dun en de kussen als steen zo hard. Het voelt alsof je direct op de grond ligt. Dus gaan ledematen en gewrichten zeer doen en zo wordt het voor Ellu & mij een nacht van slapen en draaien op linkerzij, slapen en draaien op rug, slapen en draaien op rechterzij enz. Nog behoorlijk moe staan we alle vier op en luiden zo onze laatste paar gezamenlijke fietsuren in Cambodja in.

Vlak voor de kruising met het bord links voor Kampong Cham en rechts voor Phnom Penh brunchen we met warme baguetjes, koe en jam. Zo ontmoet je elkaar net en zo neem je alweer afscheid. We hebben het met z’n 4-en goed gehad. Voor de borden nemen we een foto en kussen we elkaar gedag. Zo lang we kunnen, zwaaien we naar elkaar maar dan zijn we uit het zicht en ook weer op onszelf. We hebben er allebei kippenvel van en een traantje vloeit. Afscheid nemen van lieve vriendjes is niet leuk.

Ik weet niet of dat het is of de brunch maar de volgende 20 kilometer stampen we uit onze benen. Daarna slaat de moeheid toe en koersen we rustig op Kampong Cham aan. We checken in in het megalomane Mekong Hotel en herpakken onze routine. Met z’n tweeën zijn, is ook heerlijk. En we staan weer aan de start van het volgende avontuur in onze reis. Het deel waarvan de Lonely Planet zegt dat het authentiek Cambodja is. En waarvan ik denk dat het een kulopmerking is. Betekent dat dan dat de rest van Cambodja niet echt is? Staat (technologische) ontwikkeling en toerisme gelijk aan verminderde authenticiteit. Als dat zo is, wat is dan de authentieke Nederlander? Die uit de middeleeuwen soms. Ik vind het bijna een belerende en koloniale opmerking. Wanneer ik zie dat mensen hier nog het land moeten bewerken met houten ploegen dan interesseert en intrigeert me dat (en dan maak ik daar ook een foto van). Maar ik gun het ze van harte dat het land een groei doormaakt waardoor ze het machinaal kunnen doen. Waardoor de levensverwachtig van rond de 54 hopelijk wat omhoog kan. Of ik dan nog een foto maak, weet ik niet maar ik weet zeker dat er dan nog zat andere aspecten van de cultuur en natuur overblijven om het leuk te hebben.

Vanuit Kampong Cham willen we langs de Mekong naar Chlong dat op 86 kilometer afstand ligt. Eigenlijk naar Kratie (op 118 kilometer afstand) maar de route is deels ongeasfalteerd. Van het ongeasfalteerde deel is een stuk van ongeveer 10 kilometer erbarmelijk slecht,15 kilometer redelijk te fietsen en na Chlong ook nog voor een groot deel ongeasfalteerd met slechte stukken. Van Hartger & Irene weten we inmiddels dat Chlong niet echt de moeite waard is dus ja, wat is wijsheid. We besluiten om de dag vroeg te beginnen en het wel te zien.

Al in Kampong Cham komen we vrijwel meteen op een gravelweg terecht. We hebben letterlijk de weg langs de Mekong gevolgd en zo letterlijk hadden we het niet hoeven nemen want op 25 meter afstand links van ons ligt een fijne geasfalteerde weg. Maar met geen zijweg te bekennen, zijn we genoodzaakt om op de gravelweg te blijven. We hopen van harte dat dit geen lange tijd zal duren aangezien we nog genoeg onverhard te gaan hebben maar gelukkig zit het mee. Na een paar kilometer rijden we met Lien Masjien over een prachtige boomrijke geasfalteerde smalle dijkweg met aan weerszijden de typische houten Khmer huizen op hoge palen. Omdat er nu steeds loopbruggetjes vanaf het dijkje naar de huizen lopen, geeft dat weer een heel ander effect. Het is sowieso een prachtig stuk omdat we links langs de bomen en huizen zicht hebben op rijstveld na rijstveld en rechts de uiterwaarden richting de Mekong zien. Omdat de weg zo smal is, kunnen we ook alles beter zien en is het Cambodjaanse leven ook daadwerkelijk dichterbij.

Wanneer de geasfalteerde weg overgaat in een nog smallere zandweg wordt dit effect alleen nog maar meer vergroot. We rijden letterlijk door hun leven heen. Op het slechte gedeelte neemt Ellen de honneurs waar terwijl ze geconcentreerd met mij mee beweegt door de gaten en kuilen. Af en toe is de weg iets beter en kan ik om me heen kijken maar daar waar het zeer slecht is, zijn mijn ogen gefixeerd op de weg. We zijn allebei aan het werk. En het werk bevalt ons. Soepel bewegen we ons over de weg. Zo af en toe neem ik een verkeerd spoor en dan komen we even stil te staan. Of op momenten is Lien Masjien voor mij te zwaar om onder controle te houden wanneer Ellu nog kracht zet op de trappers terwijl de volgende kuil zich snel aandient. Ondanks dit soort momenten, vliegen de kilometers voorbij en zijn we voordat we het weten bij de pont over de Mekong.

Een half uurtje later zijn we aan de overkant. De steiger is niets meer dan een zandweg steil naar boven. We wagen het er op en fietsen van de pont de heuvel op. Het is even aanpoten maar met vereende krachten lukt het ons de “steiger” op te rijden. We worden van alle kanten vriendelijk bekeken en timide toegejuicht. Wanneer we bij de eetstalletjes een drankje nemen, staat een groepje mensen om ons en de fiets heen. Eén meisje spreekt aardig Engels en moet van haar oma(?) allerlei vragen aan ons stellen. Het is weer een leuke ontmoeting waarbij oma mijn arm even moet aanraken en ze ook vooral wil weten of we getrouwd zijn en wat onze leeftijd is. Ook voor het eerst wordt ons gevraagd of we al rijst gegeten hebben. Van Ellu hoor ik later dat dit een typische Cambodjaanse begroeting is met dezelfde waarde als “hoe gaat het met je?”

De weg na de pont is nog slechter dan ervoor. We moeten nog beter opletten maar het gaat goed. We zitten vandaag goed in ons vel en hebben er zin in. Dat maakt enorm veel uit. Ook hadden we erger verwacht. En omdat we erger hadden verwacht, vinden wij de weg meevallen. Na veel gehots en geklots komen we uiteindelijk bij de steen-/gravelweg aan, die weer stukken beter fietst en wanneer dat over gaat in asfalt vliegen we weer vooruit. Door de voortvarendheid vergeten we bijna iets heel belangrijk. Namelijk dat we ook tijd moeten nemen voor goede ruststoppen. Het is inmiddels ook al heter en ook daar moeten we rekening mee houden. Zodra we een soort van wachtershuisje zien met (schone gladde) trappen in de schaduw knijp ik in de remmen. We scoren wat water en zonder toeschouwers kunnen we in alle rust een baguetje met dikke plakken kaas en een lading lychees naar binnen werken. Ook vandaag is het een kakafonie van hello- en goodbyegeluiden om ons heen. En we vinden het leuk en roepen of zwaaien ook de hele tijd terug maar soms is het ook lekker om er even van weg te zijn. Dat we deze plek nu hier vinden, is eigenlijk uniek.

Het is wel van korte duur omdat de hond van onze buren ons ineens ontdekt en daardoor wij ook ontdekt worden. Binnen een mum van tijd staat er een verzameling generaties van vrouwen om ons heen. Heel nieuwsgierig en heftig gesticulerend naar ons hoofd die we toch echt voor de zon moeten bedekken met een kroma. Een kroma is een (vaak rood-wit geblokte) doek die voor verschillende doeleinden wordt gebruikt (hoofddoek, lungi, scherm). Wij wijzen naar onze helmen en ze lachen er smakelijk om. Ook onze armen kunnen we beschermen tegen de zon. Althans dat is wat wij er uit op maken. Wat er werkelijk allemaal (over ons) gezegd wordt…… Hoe dan ook is dit wederom een leuk moment waarbij ik nog succes score met het opnoemen van alle woorden die ik in Khmer ken. Nadat we “besnuffeld” zijn door alle mensen durft ook de hond het aan. Voordat we opstappen, voel ik een natte neus tegen mijn been. Wanneer ik me omdraai, schiet hij toch nog angstig weg. Zelfs de honden vinden ons toch een beetje vreemd.

Om 1 uur rijden we Chlong binnen. Ondanks dat ze het ons verteld hebben, vragen we ons net als Hartger & Irene af wanneer we nou eindelijk in Chlong zijn. De hele route is vrijwel een aaneenrijging van huizen dus het verschil tussen het ene en het andere dorp is vaak moeilijk te zien. Een markt geeft vaak de kern aan en die hebben we tot dan toe nog niet gezien. Ook willen we in Chlong even goed zitten want de keuze om door te fietsen, is snel gemaakt. We vinden het meteen al helemaal niets. Dat we geen plek om uit te rusten en te eten kunnen vinden, maakt Chlong nog lelijker voor ons. Maar dat we er echt niet willen blijven, is voor ons duidelijk wanneer we de markt zien en de straat die langs de Mekong loopt: vervallen en smerig. Daar kan ik daadwerkelijk niets moois aan ontwaren. De oude Franse koloniale gebouwen storten bijna in. En dat zou dan de charme moeten zijn. Het zal wel een kwestie van smaak zijn.

Nadat we ons ergens nog enigszins comfortabel hebben gemaakt, stappen we weer op de fiets en rijden het dorp uit. En ja hoor, aan het einde van het dorp zien we de eetstalletjes met stoelen en tafeltjes (en noodle soep). Zal je altijd zien. Maar Chlong heeft voor ons reeds afgedaan en op Kratie hebben we onze zinnen gezet. Met nog 15 kilometer onverhard en 17 kilometer asfalt moet dat kunnen. De 15 kilometer zijn er 21 waarvan 4 kilometer nog behoorlijk pittig door rul zand en grote kuilen. Hoewel het fietsen nog steeds goed gaat, is dat vooral psychologisch een tegenvaller. De route is echter zo mooi en afwisselend vandaag dat dit soort psychologische tegenvallers met een klein stopje goed te verwerken zijn. Dat neemt niet weg dat wanneer het asfalt dan eindelijk komt, we er meer dan blij mee zijn. De laatste kilometers zijn daar. Op 120 kilometer wacht Kratie op ons. We zitten onder het rode stof maar voelen ons heerlijk!

Stung Treng, zaterdag 12 december 2009

Na 4 dagen van meer dan 100 kilometer en een monsterdag te gaan naar Stung Treng is het tijd voor een rustdag in Kratie. Het is een aardig plaatsje met een mooie ligging aan de Mekong. Toeristen komen hier omdat in de omgeving van Kratie zogenaamde Irriwaddy dolfijnen in de Mekong zwemmen. Zoetwater dolfijnen dus, die met uitsterven worden bedreigd. Wij willen vooral een rustdag en aangezien er verder echt helemaal niets te doen is, is dat makkelijk geregeld.

Ondanks de vrije dag zijn we al wel weer vroeg wakker. Om 6 uur staan wij naast ons bed. Toch nog een beetje uitgeslapen want tegenwoordig – met die lange dagen – gaat de wekker al om kwart over 5. En iedereen maar denken dat we met vakantie zijn 🙂 Gelukkig kunnen we al ontbijten bij ons hotel dus uiteindelijk is het half 7 en zijn wij er klaar voor om Kratie onveilig te maken. Het vroege opstaan, komt ook op een rustdag goed uit want in de aangename koele ochtenduren is het heerlijk om een beetje rond te lopen en de sfeer van het plaatsje te proeven.

Ellu & ik vinden vooral de boulevard langs de Mekong leuk maar de rest kan ons niet heel erg bekoren. Rondom de markt is het druk met scooters, brommers, kleine vrachtwagentjes en fietsers. En op de markt is het weer een teringbende. Een restaurantje aan de markt dat duidelijk catert voor toeristen trekt ons aan maar zodra we er zitten (en al hebben besteld), hebben we er al spijt van. Er is een enorme herrie van al het kleine verkeer, herrie van verschillende muziekbronnen die door elkaar heen spelen, een stank van rotte groenten of ander spul en de vliegen zitten nog net niet in je neus. We verkassen zo snel mogelijk naar een ander restaurantje. Daar zitten we wel lekker tot dat we ook daar de karaoketent 2 deuren verderop zat zijn. We trekken ons met alle plezier terug op onze kamer. Die afzondering zoeken we dan ook bewust op. Op de fiets worden we de hele dag omgeven door allerhande prikkels. Even niets kan dan bijzonder prettig zijn.

De tweede nacht in Kratie slapen we goed. Onze lijven konden de eerste nacht de rust niet vinden vanwege de lange zware dag. Tijdens het slapen, wil het lijf dan voortdurend even anders liggen. Om weer een ander lichaamsdeel het lekkere plekje te geven. Ook willen mijn benen zich dan voortdurend strekken. Alsof dat de vermoeidheid er uit jaagt. Alles bij elkaar heb je zo’n nacht dan wel geslapen maar echt relaxed was het ook weer niet. Zo’n rustdag wordt dan dus eigenlijk gevolgd door een rustnacht. En dan ben je weer zo fris als een hoentje.

Fris als twee hoentjes rijden we rond 6 uur Kratie uit. We volgen 25 kilometer lang de weg langs de Mekong, die we soms zien maar het grootste gedeelte niet. Ook de Irriwaddy dolfijnen zien we niet maar dat is niet zo gek omdat de Mekong behoorlijk breed is en we ook geen zin hebben om uren met een verrekijker aan de oever te staan staren. We willen fietsen!

Het grootste gedeelte rijden we over een smalle (gelukkig geasfalteerde) weg door kleine dorpjes heen. Het valt ons al snel op dat er minder gehellood en gegoodbyed wordt (maar nog steeds meer dan genoeg). Mensen lijken ook wat meer verlegen. Voor het eerst voel ik me bij een stop een beetje bekeken. Puur omdat er geen interactie is en mensen het duidelijk over ons hebben. Ik vind het dan toch fijner dat ze ons uitlachen terwijl we ondertussen verwoede pogingen doen om met elkaar te communiceren.

Een bocht in de weg richting het oosten brengt wind met zich mee. De bocht in de weg is ook landinwaarts en landinwaarts fietsen we niet meer vlak, Na 25 kilometer vlak en tegen de wind beschermd fietsen, is dat even een tegenvaller. We hebben er niet op gerekend en we moeten nog 120 kilometer! De kilometerteller geeft als snelheid 15 km p/uur aan en in gedachten ben ik aan het rekenen: “15 km per uur is 8 uur. Het is nu zo en zo laat. We moeten rusten onderweg. Om 6 uur is het donker”. Ik fiets een paar kilometer met onrust in mijn lijf en dat fietst niet lekker. Een korte plaspauze helpt. Nadat ik mijn blaas geleegd heb, leeg ik ook mijn gedachten. We stappen weer op de fiets en zien wel wat er komen gaat. Zolang we maar blijven fietsen, kletsen en lachen en ons ding blijven doen, gaat het allemaal goed komen. Om half 11 zijn we over de helft.

Het tweede stuk gaat altijd langzamer. Niet alleen gaan de kilometers tellen maar ook de hitte speelt dan meer en meer een rol. De grote pauzes worden langer en de kleine stopjes frequenter. We proberen echter altijd wel om een soort ritme te pakken te krijgen zoals bv. om de 15 km een stop. Dat werkt meestal zeer goed. Wat ook mee helpt, is dat we het samen heerlijk hebben op Lien Masjien. Allebei kunnen we er enorm van genieten dat we zo’n dag als vandaag samen volbrengen (wanneer je wilt, mag je nu een teiltje pakken).

De bocht in de weg brengt ons ook in ander landschap. Weg zijn de rijstvelden, weg is de Mekong. Daarvoor in de plaats zijn struiken en grote (kale) bomen gekomen. Er wonen hier ook veel minder mensen, er zijn minder hutten en er zijn maar een paar dorpen. We kunnen weer regelmatig plassen zonder dat we gestoord worden en snel de broek moeten optrekken omdat er een Cambodjaan komt aanlopen. Lastig voor vrouwen op leeftijd want de sluitspieren zijn wat slapper – in ieder geval die van ons – dus à la minute stoppen zit er niet in. Gelukkig zit er een zeem in de fietsbroek en blijkbaar niet voor niets.Het landschap doet ons denken aan de Australische outback in de buurt van Darwin maar dan met net iets meer begroeïng. Het is ongerepter in vergelijking met andere delen van Cambodja en het doet droog en dor aan. Het land geeft de mensen minder, zo lijkt het, want ook de hutten en de mensen zelf zien er in bepaalde zin droog en dor uit. Dit stuk ziet er uit als een heel arm deel van Cambodja. Dat is wellicht ook de reden dat ze ons het dubbele rekenen voor een flesje water. We vinden het niet leuk omdat ze ons in principe “oplichten” maar we begrijpen het wel en laten we wel wezen: ook het dubbele is voor ons nog steeds heel weinig geld.

Op zo’n 5 kilometer afstand van Stung Treng protesteren niet alleen mijn billen meer (die doen al zeer vanaf kilometer 30. Wat heb ik een zadelpijn, zeg!) maar zegt ook de rest van mijn lijf dat ze er graag wil zijn. Ook Ellu wenst Stung Treng om de hoek maar we weten allebei dat de fietsdag pas over is wanneer we een hotel gevonden hebben. Gelukkig vinden we er één (helemaal vers) aan de rivier (niet de Mekong maar een andere). Omdat de gewone kamer alleen maar twijfelaars heeft, kiest Ellu voor de VIP kamer van 35 dollar. Het is een heerlijke kamer met een heerlijk bed en met een grote houten bank met grote houten tafel en grote houten leunstoelen. We hebben het verdiend! Het is 4 uur in de middag en we hebben Stung Treng ruim voor het donker worden gehaald.

Helemaal fris gedoucht zitten we om 5 uur in een restaurant en vallen als hongerige wolven ons eten aan. Deze tour de force zal nog wat nawerken want voorlopig gaan onze lichamen nog wel door met verbranden. Ellu geeft aan dat ze behoorlijk moe is van deze dag (immers een oude vrouw met haar 46 jaar) en weet niet of ze ook morgen weer een dag van over de 100 aan kan zonder er last van te krijgen. Natuurlijk gaat het ook bij mij niet in de kouwe kleren zitten dus de wens van Ellu om hier een dag extra te blijven, willig ik graag in. Dan kunnen we ons morgen eens goed voorbereiden op Laos want zelfs over de route de grens over weten we nog niet veel. Ook geeft het mij wat rust om met mijn broer contact op te nemen over mijn moeder. Over de telefoon vertelde ze me namelijk dat ze 3 kilo is afgevallen, dat ze zich enorm moe voelt maar vooral haar woorden dat ze het gevoel heeft dat ze achteruit gaat, maken dat ik me bezorgd voel.

  1. Wat ons opviel in Cambodja:
  2. De vrolijkheid en vriendelijkheid van de Cambodjanen
  3. Vrouwen die gekleed zijn in wat wij zouden noemen felgekleurde kinderpyjama’s (want met beertjes erop of disneyfiguren)
  4. Kinderen die met de vreemdste dingen spelen: een jongetje die hamertje tik speelt met een (dode?) salamander, een jongen die een dode rat in zijn hand heeft en aait
  5. De grote hoeveelheid troep in vele vele plaatsen/dorpen
  6. De enorme achterstand in ontwikkeling: karren met houten wielen, van hout gemaakte gereedschappen (een grote vijzel bv.)
  7. In Skun eten ze niet alleen gefrituurde spinnen maar ook gefrituurde kevers (kunnen ook kakkerlakken zijn geweest)