Categoriën
De sociale ontdekking
Archief

Archive for December, 2006

In de naam van de vader

Van Zapala naar Junin de los Andes via ruta 40 was te ver om in één keer te doen. Ruta 40 nemen betekent dat we ergens halverwege wild hadden moeten kamperen. Aangezien ik daar helemaal geen fan van ben, hebben we een alternatieve route genomen via Las Coloradas, een plaatsje met 1500 inwoners. Of daar een slaapplek voor ons zou zijn, wisten we niet. Op Internet was over Las Coloradas niets te vinden en bij de tourist information werden we ook niets wijzer. Maar met 1500 inwoners zou er toch wel iets zijn? We hebben in kleinere plaatsen geslapen waar accomodatie was.

Aan het einde van de middag kwamen aan. Bezweet en moe, vooral van de laatste 20 kilometer over een onverharde weg (ja, je moet er wat voor over hebben om wild kamperen te voorkomen). Aan de eerste de beste persoon vragen we of er in Las Coloradas accomodatie is. Het antwoord is ontkennend. Maar we kunnen wel de tent opzetten, bij de rivier! En misschien dat we de tent in de tuin van die en die op kunnen zetten. Dan staan we tenminste beschermd tegen de wind.

We rijden verder het dorp in en vragen nog eens aan andere mensen of zij iets weten waar we kunnen slapen. Zij sturen ons naar de pater. Hij heeft misschien wel iets. Op weg naar de pater horen we dat de hij niet thuis is. Maar als we naar Alicia gaan dan kan zij ons wel helpen. Bij Alicia aangekomen (dit speelt zich allemaal af op 100 vierkante meter) vertelt ze dat de pater inderdaad een albergue (herberg) heeft. We worden er al helemaal vrolijk van. Totdat we het zien.

De herberg blijkt de kamer van de pater te zijn, waar mensen op doorreis kunnen slapen. Er staan in een donker hol twee stapelbedden. De matrassen kunnen elk moment de kamer uitlopen. En daar mogen we slapen! Ook mogen we gebruik maken van de “woonkamer” met keuken. De koffie en thee staan er om te drinken. En we hoeven er helemaal niets voor te betalen. Hoe kunnen we zulke vriendelijkheid nou laten schieten?

Dat doen we dan ook niet. Ondanks de viezigheid en de smerige lucht die er hangt, besluiten we om de nacht in de kamer van de pater door te brengen. Niet in het stapelbed, voor geen goud, maar heel aangenaam in ons eigen binnententje op onze eigen matjes. We hebben er prima geslapen.

Uit de dip!

Wat hadden we het moeilijk in Chos Malal. Het was een enorme levensechte dip met balen en logischerwijze vervolgens heimweegevoelens. Vooral ik had er last van met als aanwijsbare redenen dat ik in meeltjes teveel stem heb gegeven aan de thuisgedachten die Ellu en ik steeds vaker krijgen, de onderschatting van de 90 kilometer naar Chos Malal, de vrees voor de enorm verre fietsdag naar Las Lajas en oncontroleerbare emoties door de maandelijkse hormonenparade. Bij het opstaan leek de dip zich te continuëren: mijn dure horloge, gekocht in Key West, viel toen ik het alarm uit wilde zetten met zijn glazen plaatje op de betegelde grond: kapot! “Zullen we maar een dag hier blijven?” zei Ellu nog! Maar we zijn niet voor één gat (Chos Malal) te vangen. Alle moed werd verzameld en zó stapten we nog net voordat het licht werd op de fiets voor de 160 kilometer naar Las Lajas. Wat waren we blij dat het klimmen en dalen mooi gedoceerd kwam, wat waren we blij met het windje, al hoewel nog niet op sterkte, dat schuin vanachter kwam en wat waren we tevreden toen we er om half twee al 120 kilometer op hadden zitten. De laatste 40 kilometer was het nog zwoegen geblazen. De wind was zó krachtig dat we zelfs met afdalen gemiddeld 12 kilometer per uur haalden. Om het over al het stijgen maar niet te hebben. Bijna zat Ellu er even helemaal doorheen, stond ze op het punt te gaan huilen maar op karakter (al zeg ik het zelf) stampten we onszelf door deze 40 kilometer heen. Geconcentreerd, de benen rond blijven draaien en alleen maar gaan totdat we Las Lajas binnen rolden. Las Lajas is niet veel bijzonders en het apartement ook niet. Maar wij hebben het hier heerlijk. Een dip, waar heb je het eigenlijk over?

Gehad

Vandaag had ik het helemaal gehad. Na de zoveelste steile klim kwam de volgende steile klim. Deze was alleen net iets lastiger omdat inmiddels de wind zijn kop op had gestoken. Een grote kop! Klimmen met tegenwind; dat is werkelijk de pest. Ook het landschap kon me even niet meer bekoren. Allemaal heuvels! Mooi hoor, maar daar moeten dan wel overheen. En dan de stad Chos Malal. Een uitvergroot stoffig heet dorp zal je bedoelen. Waar alles omdat het inmiddels twee uur is, dicht is. Aan die plaatselijke VVV heb je vervolgens dus ook helemaal niets. En iemand naar een hotel vragen, is ook een kunst want er is vrijwel niemand op straat. Die Argentijnen met hun siësta ook! Toch had ook vandaag zo zijn hoogtepunt toen we het Andeshooggebergte in volle glorie voor ons uitzagen rijzen. Zeer indrukwekkend en het maakt veel goed. Alleen vandaag niet alles!

Asfaltlovers en luxebeesten

We hadden het nodig!

Nadat we van een prachtige cabaña aan een heldere rivier in Valle Grande via een onverharde weg met steile cuesta eerst terecht komen in smoezelige accomodatie met zeer slecht bed in El Nihuil. Een gehucht dat een dag later nog groot vergeleken is bij het 2-huizen-en-een- pomp-plaatsje, El Sosneado. Alwaar de hostería voor maanden lang gevuld is met medewerkers van een petroleumbedrijf, waardoor we gedwongen maar wel gelukkig moeten kamperen in een soort van bushokje. Gelukkig omdat de wind, die ons tempo in de laatste kilometers naar 12- km per uur terug brengt, om onze oren loeide! Nog net op tijd voor de lunch kunnen we eten wat de pot schaft om vervolgens de hele dag ongewassen en stinkend bij de benzinepomp, of voor de verandering, aan de picknicktafel bij de hostería door te brengen. ‘s nachts slapen we minder slecht op de matjes dan op het bed in El Nihuil maar slecht slapen is het wel.

Na 2 pittige fietsdagen en 2 slechte nachten zijn we blij met Malargüe. Wat een paradijs! Ons hotel is schoon en we slapen in een goed bed. Er is weer internet, hoewel wat beperkt. Onze kleren zijn weer gewassen en wij ook. We kunnen kiezen wat we eten want er is variatie op het menu. Er is zelfs variatie in restaurant. Malargüe is dan ook een grote stad met maar liefst 20.000 inwoners!

Morgen gaan we verder. Over een weg die we vanwege de excursie reeds voor een deel hebben kunnen aanschouwen. Een weg die volgens de kaart 80% geasfalteerd zou moeten zijn maar die dat duidelijk niet is. Een route met beperkte accomodatie en van lange afstanden. Een route ook met fantastische vergezichten en leegte. Wij als hardcore asfaltlovers en (sinds deze reis) aardige luxebeesten hebben er enorme zin in!